In derde termijn: Raad November

Verschillen ten aanzien van beleid in het sociale domein.

De behandeling van de begroting 2017 en de meerjarenbegroting 2018-2020 had een voorspelbaar beloop en een dramatisch slot. Voorspelbaar omdat van te voren duidelijk was dat CDA en BBB/NDB veelvuldig de loftrompet zouden blazen. VVD en SBB hadden ieder hun eigen detailpunten van commentaar. Vanuit Progressief Beek hielden we een betoog dat niet alleen de goede financiële positie van het moment benoemde maar ook kritisch was over de initiatieven voor de naaste toekomst. En dat zo’n geluid niet werd herkend wisten we van tevoren.

Politiek bedrijven is ook duidelijk maken waar de verschillen zijn zodat het maken van keuzes kan worden bevorderd. In die zin was het te verwachten en niet vreemd dat in de discussie rondom het sociaal domein wethouder van Es heel kort was in zijn reactie: we zijn het nu niet eens. Dat zo’n raadsdiscussie niet kan leiden tot het actief zoeken van verbinding tussen de verschillende standpunten is voor het moment niet erg. Het wordt pas echt vervelend wanneer dat de grondhouding zou worden. En als je dan constateert dat op de middellange termijn ook diezelfde wethouder grote zorg heeft over de problemen die op ons afkomen dan zou je willen dat er wél samengepakt wordt. Maar helaas, dat gebeurt nu niet.

Dat kan en moet anders. Dan wordt het tijd dat via het machtswoord van de kiezer een betere helderheid wordt geschapen. Kortom tot zomer 2018 lijkt het wel dat Beek pas op de plaats maakt met het kijken naar een betere toekomst.

 

Wat doet een lokaal politicus?
Saillant detail in de behandeling van het sociaal domein was het statement dat een fractielid van BBB/NDB maakte. Nadat vanuit progressief Beek verteld werd hoe het initiatief “Neerbeek samen sterker” tot stand gekomen was en in de kiem werd gesmoord, deed zij een wel zeer opvallende uitspraak. Het was in haar woorden bijna op het onbeschofte af om het college lastig te vallen met ideeën uit de samenleving. Dit, gekoppeld aan het idee dat iedere suggestie of voorstel dat in een raadsdebat gedaan wordt van A tot Z uitgekristalliseerd moet zijn creëert een heel onvruchtbare atmosfeer. Een wel heel bijzondere taakopvatting van een raadslid.

Die taakopvatting is alleen te verklaren doordat men het als de opperste taak ziet om louter ideeën te ondersteunen afkomstig vanuit het college van B&W, daar zit immers de visie en de denkkracht. Met een dergelijke taakopvatting degradeer je jezelf als raadslid tot stemvee. Ik dacht dat we dat idee zo langzamerhand kwijt waren maar helaas het leeft nog onverkort in de Beekse raad zo bleek. Positief vond ik overigens de ervaring dat ook vanuit de VVD fractie onmiddellijk stelling genomen werd tegen deze taakopvatting.

 

Behandeling van moties

In deze maanden is het behandelen van moties wel iets bijzonders aan het worden. In de vorige vergadering maakten we het volgende mee; een motie werd in de eerste termijn ingediend en gelijk door de wethouder overgenomen. Dit, nog voordat anderen daar ook maar iets over zouden kunnen zeggen. Mooi voorbeeld van een een-tweetje tussen college en fractie.

Deze keer was er een motie die door de portefeuillehouder zeer welwillend werd bejegend, compleet met suggestie ter verbetering. Dan denk je toch dat we met elkaar goed bezig zijn. Maar helaas. Tijdens de pauzes blijkt dat de portefeuillehouder terugkomt van haar eerdere welwillende houding. Een van de collegepartijen die dagen heeft kunnen broeden op het doel van de motie blijkt er van alles bijgehaald te hebben.

Resultaat: een zelfanalyse van bijna 6 jaar werken aan de uitvoering van de gemeentelijke strategische visie (‘Ondernemend en Vitaal in Zuid-Limburg 2010-2030) wordt zo onderdeel van een verkiezingsstrijd. Een evaluatie van het beleid van 3, wellicht zelfs 4 colleges zou louter besteed zijn aan het volgende college, in welke samenstelling dan ook. Om die reden zou het CDA het liefste zien dat de evaluatie verder de toekomst ingeschoven wordt.

Met een schorsing en extra verklaring probeert het CDA die eigen zin door te drijven. Dankzij de steun van de coalitiepartij BBB-NDB slaagt men daar natuurlijk in. Op basis van dit gedoe wordt de motie natuurlijk verworpen. Triest om te constaterende een goede analyse van het eigen functioneren en reflectie op de eigen visie niet mag en bezoedeld wordt met allerlei oneigenlijke argumenten.

Dat komt de bestuurskracht van de gemeente niet ten goede. En wat dan volgt laat zich makkelijk raden. In een tijd waar provinciale bestuurders uit zijn op herindeling roep je die ellende erop je af.

 

Charles Willems
Fractievoorzitter

Met het verder bezoeken van de website, geeft u toestemming tot het gebruik van cookies t.b.v. het funcioneren van de website.